Hans Josephsohn (CH)

Hans Josephsohn - Untitled (1990-91)
messing
120 x 70 x 48 cm

Hans Josephsohn - Untitled (Lola) (2002)
messing
151 x 84 x 62 cm

Hans Josephsohn - Untitled (2004)
messing
167 x 75 x 61 cm
courtesy Kesselhaus Josephsohn/Galerie Felix Lehner
fotografie Gert Jan van Rooij

Hans Josephsohn - Untitled (1990-91)
messing
120 x 70 x 48 cm

Hans Josephsohn - Untitled (Lola) (2002)
messing
151 x 84 x 62 cm

Hans Josephsohn - Untitled (2004)
messing
167 x 75 x 61 cm
courtesy Kesselhaus Josephsohn/Galerie Felix Lehner
fotografie Gert Jan van Rooij

Hans Josephsohn - Untitled (1990-91)
messing
120 x 70 x 48 cm

Hans Josephsohn - Untitled (Lola) (2002)
messing
151 x 84 x 62 cm

Hans Josephsohn - Untitled (2004)
messing
167 x 75 x 61 cm
courtesy Kesselhaus Josephsohn/Galerie Felix Lehner
fotografie Gert Jan van Rooij

Hans Josephsohn - Untitled (1990-91)
messing
120 x 70 x 48 cm
courtesy Kesselhaus Josephsohn, Galerie Felix Lehner, St. Gallen
fotografie Gert Jan van Rooij

Hans Josephsohn - Untitled (2004)
messing
167 x 75 x 61 cm
courtesy Kesselhaus Josephsohn/Galerie Felix Lehner
fotografie Gert Jan van Rooij

Hans Josephsohn - Untitled (1990-1991)
messing
167 x 75 x 61 cm
courtesy Kesselhaus Josephsohn/Galerie Felix Lehner
fotografie Gert Jan van Rooij

Hans Josephsohn - Untitled (Lola) (2002)
messing
151 x 84 x 62 cm
courtesy Kesselhaus Josephsohn/Galerie Felix Lehner St. Gallen
fotografie Gert Jan van Rooij

Hans Josephsohn - Untitled (2004)
messing
151 x 84 x 62 cm
courtesy Kesselhaus Josephsohn/Galrie Felix Lehner, St.Gallen
fotografie Gert Jan van Rooij

Hans Josephsohn - Untitled (Lola) (2002)
messing
151 x 84 x 62 cm
courtesy Kesselhaus Josephsohn/Galerie Felix Lehner, St. Gallen
fotografie Gert Jan van Rooij

Hans Josephsohn - Untitled (2004)
messing
167 x 75 x 61 cm
courtesy Kesselhaus Josephsohn/Galerie Felix Lehner
fotografie Gert Jan van Rooij

Hans Josephsohn - Untitled (Lola) (2002)
messing
151 x 84 x 62 cm
courtesy Kessehaus Josepfsohn/Galerie Felix Lehner
fotografie Gert Jan van Rooij

Hans Josephsohn - Untitled (1990-91)
messing
120 x 70 x 48 cm
courtesy Kesselhaus Josephsohn/Galerie Felix Lehner, St.Gallen
fotogafie Gert Jan van Rooij

Hans Josephsohn - Untitled (2004)
messing
167 x 75 x 61 cm
courtesy Kesselhaus Josephsohn/Galerie Felix Lehner
fotografie Gert Jan van Rooij

Hans Josephsohn - Untitled (Lola) (2002) / Untitled (2004) / Untitled (1990-91)

In GODHEAD stonden drie beelden van Hans Josephsohn (Kaliningrad, voormalige USSR, 1920 – Zürich, Zwitserland, 2012). Hij wordt een van de belangrijkste Zwitserse beeldhouwers van de twintigste eeuw genoemd. De sculpturen bieden net voldoende houvast om er mensfiguren in te herkennen. De ovale vorm van een hoofd, uitstulpingen die een neus of oor kunnen zijn, de suggestie van een mond.

Direct vanaf het begin van zijn lange carrière werkte Josephsohn aan het oudste thema binnen de beeldhouwkunst: de menselijke figuur. Hij maakte ze staand, zittend, liggend, alleen de bovenste helft, of enkel het hoofd. Soms lijken de sculpturen assemblages van verschillende gezichtspunten van een lichaam. Op die manier wordt de toeschouwer aangemoedigd het werk rondom te bekijken. Vanaf de jaren ’80 maakte Josephsohn vooral halffiguren, waartoe ook de meer dan levensgrote koperen werken in GODHEAD behoren.

De lichaamsdelen van de figuren hebben geen realistische anatomische verhoudingen en zijn nergens in detail uitgewerkt. Het zijn eenvoudige vormen, die de associatie oproepen met prehistorische stèles, rechtopstaande stenen gedenkstenen waaruit motieven waren gehouwen. Josephsohns werken ogen massief, het oppervlak is ruw en onverfijnd. Maar ze stralen een enorme dynamiek uit. Het ging hem niet om een representatie van de werkelijkheid of het weergeven van individualiteit. De expressieve kracht van het beeld was belangrijk, en hoe daarin het menselijk bestaan overgebracht kon worden.

De zoektocht naar het overbrengen van de essentie van het leven was een zorgvuldig proces van modelleren in gips. Later werden de beelden soms in brons of messing gegoten. Gips is ook als het is opgedroogd niet zo heel hard, zodat Josephsohn aan de grondvorm verder kon werken tot het gewenste eindresultaat was bereikt. Hij zocht daarbij naar een perfecte balans tussen figuratie en abstractie. De beelden in GODHEAD toonden dan ook zichtbaar sporen van het kneden en knijpen en schrapen en krabben.